Ontslag via UWV
Het UWV is verplicht bij twee ontslaggronden:
1. Bedrijfseconomische noodzaak: reorganisatie, structurele omzetdaling, bedrijfssluiting.
2. Langdurige arbeidsongeschiktheid, na 104 weken ziekte.
Voor andere redenen zoals disfunctioneren, verstoorde arbeidsrelatie, moet de werkgever naar de kantonrechter.
Zo verloopt de UWV-procedure
- Aanvraag indienen
De werkgever uploadt het A-formulier. - Reactie werknemer
U krijgt twee weken om schriftelijk verweer te voeren. - Repliek & dupliek
Afhankelijk van de zaak, kan nog één schriftelijke ronde volgen. Een zitting is zeldzaam. - Beslissing
Het UWV beslist meestal binnen vier tot zes weken. Bij toewijzing volgt opzegging met de contractuele of wettelijke opzegtermijn.
Wat moet de werkgever aantonen?
- Volledig dossier: zonder concreet verbeterplan of aantoonbare conflicthistorie is de kans op afwijzing groot.
- Realistische vergoedingseis: een te ambitieuze claim verhoudt zich slecht tot de proceskansen.
- Goede voorbereiding op zitting: weten welke vragen de rechter stelt voorkomt verrassingen.
Rechten van de werknemer bij ontslag
Transitievergoeding
Wordt het ontslagverzoek door het UWV toegewezen, dan heeft u in principe recht op de wettelijke transitievergoeding. De hoogte is afhankelijk van uw bruto-maandsalaris en het aantal dienstjaren.
Bedenktijd bij een VSO
Stemt u tijdens de UWV-procedure alsnog in met een vaststellingsovereenkomst, dan krijgt u automatisch veertien kalenderdagen bedenktijd. Binnen die termijn kunt u, zonder opgave van redenen, schriftelijk laten weten dat u zich bedenkt; de VSO vervalt dan en uw arbeidsovereenkomst blijft in stand.
De kantonrechter
Bent u het niet eens met de beslissing van het UWV, dan kunt u binnen twee maanden na de ontslagvergunning een verzoekschrift indienen bij de kantonrechter. U vraagt dan of het dienstverband moet worden hersteld of, als terugkeer niet wenselijk is, om een aanvullende billijke vergoeding.
Veelgemaakte fouten bij ontslag via UWV
1. Verkeerde ontslaggrond kiezen
Werkgevers dienen soms een UWV-aanvraag in terwijl de feitelijke reden (bijvoorbeeld disfunctioneren of een verstoorde arbeidsrelatie) eigenlijk onder de kantonrechter valt. Het UWV wijst zo’n verzoek af, waardoor kostbare tijd verloren gaat en het loon moet worden doorbetaald.
2. Geen verweer indienen
Werknemers denken geregeld dat verweer “toch geen zin heeft” en laten de twee weken reactietijd onbenut. Zonder schriftelijke reactie neemt het UWV echter aan dat u instemt, waardoor onderhandelingsruimte voor een betere vaststellingsovereenkomst of hogere vergoeding verloren gaat.
3. Onvolledige herplaatsingsonderbouwing
Bij bedrijfseconomisch ontslag of langdurige arbeidsongeschiktheid moet de werkgever aantonen dat herplaatsing, al dan niet met scholing, niet mogelijk is. Ontbreken functie-overzichten, zoek-rapportages of opleidingsvoorstellen, dan volgt afwijzing of, in het ergste geval, een loonsanctie van maximaal 52 weken loondoorbetaling.